ANALYSE – Vergeleken met de gekte rond het jaar 2000 leek telecommunicatie weer een defensievere sector geworden, met stabiele aandelen die een hoog dividend geven. Maar dat AT&T maar liefst 85 miljard dollar op tafel wil leggen voor Time Warner geeft mij het gevoel van een déjà vu.

Rond 2000 waren telecombedrijven en kabelaars ook driftig op zoek naar ‘content’, aandelen van programmamakers als Endemol en uitgevers gingen door het dak. Content was King. Het leidde tot enkele klassieke voorbeelden van zichzelf overetende bedrijven die uiteindelijk weer uit elkaar vielen, of onder hun eigen gewicht bezweken.

Natuurlijk was de gedachte die in 2000 overheerste terecht: content is cruciaal gebleken. Kijk naar het succes van Netflix, YouTube en HBO. De manier waarop wij tv, film, sport, muziek en eigenlijk alle kunst- en cultuuruitingen consumeren, verandert in een razend tempo.

Toch zijn dit, net als in 2000, redenen om voorzichtig te zijn met beleggingen in deze sector, zeker met de Amerikaanse telecomreuzen AT&T en Verizon. Beide bedrijven zijn flink aan het inslaan, en de bedragen lopen op.

Miljarden voor content

Verizon nam al voor bijna 5 miljard dollar de merken van internetbedrijf Yahoo over, om die samen te voegen met die van AOL (America Online) die het eerder kocht voor een vergelijkbaar bedrag (4,4 miljard). Het gaat Verizon hier ook om ‘content’, de inhoud: websites die veel worden bezocht en daardoor advertentie-inkomsten kunnen opleveren.

AOL bracht al populaire websites mee als The Huffington Post, Engadget en TechCrunch. De portefeuille van Yahoo vult dit palet mooi aan.

AT&T kocht eerder voor 49 miljard dollar DIRECTV, waarmee het bedrijf de grootste aanbieder van betaaltelevisie werd. DirecTV bracht zo’n 45 miljoen klanten in Noord- en Zuid-Amerika mee en AT&T had er zelf al zes miljoen. AT&T is er wat minder afhankelijk van de inkomsten van mobiele telefonie mee geworden.

Advertenties verkopen

Voor telecombedrijven is duidelijk dat aan telefonie en dataverkeer steeds minder kan worden verdiend. De verdiensten zitten meer en meer in advertenties. Door content te kopen kan de concurrentie worden aangaan met winstmachines als Google en Facebook, maar de achterstand op die twee partijen is inmiddels enorm.

AT&T en Verizon zijn nu nog zeer winstgevend bedrijven met een prettig dividend. Het zijn echter geen sterke groeiers en er zijn verschillende bedreigingen van internetbedrijven (Facebook, Alphabet/Google, diensten als Skype, Facetime en Whatsapp) die veel sneller groeien en hard aan hun marktpositie knagen.

En met het bundelen van telefonie, internet en televisie komen telecombedrijven op markten waar moet worden opgebokst tegen de grote kabelbedrijven en partijen als YouTube en Netflix.

In de modelportefeuille van Beleggen kun je zelf 2016 liet ik de sector telecommunicatie daarom bewust weg. In de editie 2017, die volgende maand verschijnt, blijft dat zo. Agressief overnemende bedrijven zijn zelden goede beleggingen. Het risico dat (een deel van) deze sector in dezelfde valkuil stapt als 15 jaar geleden is mij te groot.

Patrick Beijersbergen is beleggingsanalist en auteur van ‘De kleine Buffett’ en de jaarboeken ‘Beleggen kun je zelf’. Onder pseudoniem Jakob Bergen schreef hij de thriller ‘Bloedbank’. De auteur bezit geen aandelen in de telecomsector. Wel Alphabet en Facebook, die ook zijdelings worden genoemd.